.

ZUSJES

Marianne Stam
'Ik heb een zus' zegt Struikelrover, en hij glimt van trots.
'Ik dronk niet met haar uit dezelfde borst, 
maar ze is meer zus dan zus of zo kan zijn.
Mijn zus ruikt naar olijven en als ze lacht wordt alles zilver.
Als mijn zus danst, dan is de wereld er niet meer, hoe donker die ook is. 
Mijn zus is als een veertje in de wind zo mooi'. 

Struikelrover zucht

'Meer,' fluistert Zn..

'Mijn zus is stoer en als ik haar zie fietsen, moet ik lachen.
En als ik naar haar kijk en met een woord begin, zoiets van be... of ver...
dan weet ze al wat ik bedoel.'
Zus heeft haar eigen plek en die is heilig. En soms stamp ik daar zomaar opeens met moddervoeten in.
Dat bedoelde ik dan helemaal niet zo, maar dan ligt het zand al overal en moet zus zuigen en daar houdt ze helemaal niet van.

'Dan zuig jij toch?' zegt Zn.
'Dat gaat niet altijd' zegt Struikelrover kleintjes.
'Het huis van mijn zus zuig je anders dan het mijne'

Struikelrover kijkt naar buiten. Daar regent het met grote stralen.
Er komt een glimlach om zijn mond. Hij denkt aan zus.

'Mijn zus is als een veertje in de wind zo mooi.' zegt hij zacht.

1 opmerking: