.

MARMITE

Pim Schots
'De man die naar Marmite ruikt heeft een huis als een hut. Een huis waar je je kunt verstoppen, maar je kunt er ook uitkijken over, nou ja, over maar net waar je naar kijken wilt.' Zegt Struikelrover.
'Hij maakt er verhalen, net als ik maar dan met een fototoestel.
In de nacht praatten we over auto's en over hoe dat af en toe toch moet, verhalen maken.
We rookten stompjes uit de asbak.
En in de ochtend roosterde hij een boterham en besmeerde die met Marmite.'
'Aah,' zegt Zn. dan zit je bij jou aan het goede adres.'
Struikelrover grinnikt en laat een spruitje in de pan met water vallen.

"Je vindt hem aardig he?' zegt Zn..
'Ja,'zegt Struikelrover, heel aardig. Het was een ontmoeting die je het liefst zou willen roosteren en dan besmeren met fiks Marmite.'
Zn. lacht.
'Weet je wat zo prettig is aan de man die naar Marmite ruikt?' zegt Struikelrover.
'Nou? vertel op,' zegt Zn.
'Er hoeft niets, en dat hij eigenlijk ook een soort Struikelrover is.'
'Dat moet inderdaad verdomde prettig wezen,' Zegt Zn..
'En nu gaan we spruitjes eten.'