.

JEG ELSKER DEG

'Ik heb het gezegd' fluistert Struikelrover verbaasd. 'Al twee keer deze week'.
'Drie keer,' zegt Zn. met zijn mond vol boterham en ei.' Je hebt het ook een keer ge- smst.'
'Oh ja, dat is waar,' zegt Struikelrover, 'maar dat was in het Duits, telt dat ook?'
'Ich liebe Dich' betekent toch hetzelfde?' mompelt Zn. met eigeel op zijn wang. 'Ja, dat wel,' zegt Struikelrover,
'Ich liebe Dich, je t'aime, jeg elsker deg, het betekent allemaal hetzelfde.'
'Nou dan, dan is het dus drie keer.'

'Weet je Zn., je kunt het op allerlei manieren zeggen. De man die zo van zee en mij houdt zegt: 'Ik heb je lief'.
Struikelrover zucht.
En nog een keer.
'Hij weet dat jij van taal houdt Struikelrover'.
'Hij weet alles. Iets met een open boek en in mijn ogen kijken en hopla klaar is Kees.'
Struikelrover kijkt stilletjes uit het raam en prutst wat aan zijn haar.

'Nu niet?' vraagt Zn.
Struikelrover schudt zijn hoofd. 'Het is iets met duizend kilo op mijn borst en knijpen.' Fluistert hij.
'Doe maar even niet, heel even niet'.

Zn. peutert het restje eigeel van zijn wang. 'Wat was dat dan met die anderen en houden van en dat je het zomaar zeggen kon?' 'Dat was familie. Dat is eigenlijk nog moeilijker. Dat in het Duits was voor de tante met de Aria en ik zei het voor het eerst tegen de Moeder.'
'De Moeder vindt dat lastig he, met praten van je een twee drie'. zegt Zn.
'Ja,'zegt Struikelrover, 'Dat is meer van je een twee drie vier vijf zes zeven, maar ze deed het wel'
'Ja' zegt Zn. 'Ze deed het wel. En jij ook'
Struikelrover knikt.
'Je kunt het op allerlei manieren zeggen, maar soms is het verstaan zo moeilijk. Dan rijdt er net een brommer langs of vliegt er zomaar een beestje in je oor. Zoiets'.
'Ja.' zegt Zn. 'Die beestjes ook altijd.'

KNOOP

Eva Brugman
Struikelrover ligt in de nacht. Of eigenlijk ligt hij op de nacht, de nacht zit hem niet lekker.
Alleen maar draaien kan hij, met zijn lijf, zijn benen, zijn armen, zijn hoofd. Hij draait alles in de knoop.
Erg veel meer dan zuchten kan hij nu niet meer. Struikelrover is niet goed in knopen. Soms zitten ze in zijn maag, soms in zijn hoofd en soms is het alles, zoals nu.
Met ingehouden adem en zijn tong uit zijn mond begint hij te peuteren. Het wordt er niet beter van.
'Hier krijg ik het alleen maar Spaans benauwd van!' roept hij tegen de nacht en draait zich nog meer in de knoop.
Zn. wordt er wakker van.
'Wat roep je allemaal, en wat zie jij eruit!' zegt hij met een stem vol slaap en dromen.
'In de knoop!' brult Struikelrover woest. 'In de knoop!'
Zn. stapt uit bed, wrijft de slaap uit zijn ogen en gaapt. 'Och, och, mijn Struikelrover toch'. zegt hij en slaat zijn armen voorzichtig om hem heen. 'Mijn Struikelrover toch, ik zal ze eruit wiegen, die knopen'. En zachtjes wiegt hij heen en weer. Struikelrover laat een traan, en nog een en nog een, tot er een klein plasje op de grond ligt.
'Het komt door houden van' snikt Struikelrover zacht.
'Het komt door houden van de man die zo van zee en mij houdt'. 'Ik huil een zee voor hem, bij mij voelt hij zich thuis'.
'Eerst slapen'. zegt Zn. 'morgen verder zien.'

ZUSJES

Marianne Stam
'Ik heb een zus' zegt Struikelrover, en hij glimt van trots.
'Ik dronk niet met haar uit dezelfde borst, 
maar ze is meer zus dan zus of zo kan zijn.
Mijn zus ruikt naar olijven en als ze lacht wordt alles zilver.
Als mijn zus danst, dan is de wereld er niet meer, hoe donker die ook is. 
Mijn zus is als een veertje in de wind zo mooi'. 

Struikelrover zucht

'Meer,' fluistert Zn..

'Mijn zus is stoer en als ik haar zie fietsen, moet ik lachen.
En als ik naar haar kijk en met een woord begin, zoiets van be... of ver...
dan weet ze al wat ik bedoel.'
Zus heeft haar eigen plek en die is heilig. En soms stamp ik daar zomaar opeens met moddervoeten in.
Dat bedoelde ik dan helemaal niet zo, maar dan ligt het zand al overal en moet zus zuigen en daar houdt ze helemaal niet van.

'Dan zuig jij toch?' zegt Zn.
'Dat gaat niet altijd' zegt Struikelrover kleintjes.
'Het huis van mijn zus zuig je anders dan het mijne'

Struikelrover kijkt naar buiten. Daar regent het met grote stralen.
Er komt een glimlach om zijn mond. Hij denkt aan zus.

'Mijn zus is als een veertje in de wind zo mooi.' zegt hij zacht.