.

TRUI

Jopie Huisman
Struikelrover zit aan tafel en kijkt door het raam.
Het is vroeg in de ochtend, Heel vroeg.
Het donkert nog. De vloer is koud aan zijn voeten, zijn lijf zit in een grote, dikke trui en slaapt nog wat.
In de verte snurkt Zn. gemoedelijk de ochtend in. 
'Dat je op zijn minst kunt spreken van een merkwaardig jaar'. mompelt Struikelrover in zijn trui. 
'Of heet het nou bewogen?' aarzelt hij.' Hij veegt een kruimel van zijn been. 'Ja, bewogen, dat was het. Het was een bewogen jaar.'

En óf het jaar bewogen had.
Het had gedeind, het had gegolfd, het had gegonsd, gestormd. Het had Struik alle kanten op geslingerd met windkracht tien kwadraat. Zijn haar zit er nog steeds onstuimig van met plukken in het wilde weg. 

'Was me dat even fiks en met alles op zijn kop.' Hij gaapt en rekt de nacht uit zijn botten. 
'Met vacuüm gezogen en tegen de bolle wind in zonder landkaart of kompas.'
Hij had zijn knieën geschaafd, zijn handen opengehaald, zijn hoofd gebroken. Het was met bloed en snot en af en toe een bulderlach geweest. En nu zat hij hier: Prinsheerlijk in zijn trui met een geroosterde boterham uit het raam te koekeloeren.
Dat had 'ie hem maar mooi gelapt. Struikelrover neemt nog een hap en grinnikt tevreden.
'Laat mij maar struikelen, dat kan ik als de beste.' 

Er waren er gekomen, er waren er verdwenen en er waren er gebleven om nooit meer weg te gaan. 'Die trui zit als gegoten.' murmelt Struik en plukt een pluisje van zijn mouw. 'Precies warm genoeg.'

Struikelrover hoort een proest, een grom. Het is Zn. die aan de dag begint.
Met een kop vol slaap stapt hij tussen de dekens vandaan. 
'Wat doe je daar, met je trui en je boterham?' gaapt Zn. en nestelt zich in het raamkozijn.
Struikelrover kijkt gewichtig. 'Ik rafel het jaar uit elkaar.' Zegt hij.
'En van wat overblijft brei ik een trui. Net zo fijn als deze.'
'Gunst, wat ingewikkeld allemaal.' Zegt Zn. 'Zolang hij maar niet kriebelt, vind ik het best.'
'Ik bedoel eigenlijk...het was nogal een jaar, met niet mis en patsboem alle kanten op.'
'Oh, bedoel je dat. zegt Zn.. Ja, daar zeg je me wat.'

Struikelrover zegt niets. Zn. doet er ook het zwijgen toe. Samen kijken ze uit het raam. Er zit van alles in hun kop. Woorden als; lucht, augurk, storm, citroen, worst, zee, nooddruftig, meidoorn, ontegenzeggelijk, trui en sneeuw in het bos.

'Weet je Zn.' zegt Struikelrover zachtjes. 'Zolang er truien en woorden zijn om in te wonen, wil ik wel weer een jaartje mee.'
'Hier tekenen alstublieft!' roept Zn. en geeft Struik een klapzoen van jewelste.
'Amen.' zegt Struikelrover.
'Zegt u dat.' roept Zn. 'Zegt u dat!'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten