.

VLIEGEREN

'Hoeeei!' roept Struikelrover. 'Het gaat als een dolle!'
Zn. houdt de touwen stevig vast. Struikelrover vliegt hoog boven hem in de lucht.
'Ik ben een vlieger! zie je het Zn., ik ben een vlieger!'
'Ga je niet te hoog?' roept Zn. de lucht in. Zijn geroep verdwijnt in de wind. Hij geeft een rukje aan het touw.
'Niet te hoog!'gilt hij nog een keer.'Niet dat je wegvliegt!'
Struikelrover lijkt zich nergens zorgen over te maken. 'Jij houdt me toch vast?' Roept hij, zijn armen wapperend in de wind.
'Ja, hallo!' roept Zn. 'Je moet ook nog iets met eigen benen.'
'Ja!' Roept Struikelrover terug.'Fiks wapperen! het is heerlijk! en ik stort heus niet zomaar van je een, twee, drie ter aarde hoor, en zo wel, dan vang jij me toch op?'
Zn. schrijft met zijn voet zijn naam in het zand.
'Ja, dat is dan ook wel weer zo.' mompelt hij.
'Samen vliegen en samen neerstorten en oprapen,' roept Struikelrover van hoog uit de lucht.
'Zo is het maar net.' zegt Zn. en laat de touwen vieren.

2 opmerkingen: